Tangen

Tangen, Amsterdam, Arbeiderspers, 1993
'Vanuit de kamers aan de voorkant keek je uit op de brede Van Zittenstraat met hier en daar een boom, de passerende tram en dezelfde donkerpaarse huizen aan de overkant, alsof er een lange spiegel over de hele lengte van de straat was gezet en er overal hetzelfde leek te gebeuren.'
Zomer 1965, de vakantie begint. De geheimzinnige verdwijning van de padvinder Linus Pover werpt een stille dreiging over de anders zo rustige wijk 7 van de stad Ruistrecht.
Drie doorsnee gezinnen, die elkaar oppervlakkig kennen van ouderavonden en amateurtoneel, raken verstrengeld in een aantal dramatische gebeurtenissen. Hun levens worden opgeschrikt door gruwelijke voorvallen die veelal ontstaan door misverstanden of het volledig ontbreken van communicatie.
In de wereld van de volwassenen lopen dromen, frustraties en fobieën door elkaar; voor de kinderen vormen werkelijkheid, verhalen en fantasie een onlosmakelijk geheel. Alleen de negenjarige Sofie Weber lijkt op een bodem van ellende vrolijk en onbeschadigd door het leven te huppelen. Maar in haar ontwaken gevoelens die verwijzen naar de naderende puberteit.
Langzamerhand, bij een steeds wisselend perspectief, wordt duidelijk dat de families toch meer raakvlakken hebben dan zo op het eerste gezicht leek. Dit leidt tot een radicale kentering in de eerste weken na de zomervakantie. Voor de meeste van hen is daarna niets meer wat het was.
Recensies
Tangen is een zeer goed en filmisch geschreven boek, zoals er in Nederland geen tweede bestaat.
Wie houdt van een ruim opgezet verhaal, veel verwikkelingen en een detective-achtige ontknoping, kan hier zijn hart ophalen.
Literair amusement van een pittig prikkelend soort.
Een gewaagd en geslaagd debuut.