De engelenbak

 

De engelenbak, Amsterdam, Arbeiderspers, 1994


'Ouderdom is als de pest,' zegt meneer Cirkel. 'Contact met de buitenwereld moet vermeden worden, want de ziekte is besmettelijk en er is geen remedie voorradig. Het wachten is op de redding, het serum. En ieder vult dat wachten en dat serum op zijn eigen manier in.'

Voor Jana Kardoen, tweeënnegentig jaar, betekent wachten niet stilzitten. Vanaf de dag dat ze als veertienjarig meisje bij de Hama's in dienst kwam heeft die familie haar leven bepaald en is haar eigen verhaal naar de achtergrond gedrongen. Nu, bijna tachtig jaar later, vullen de Hama's nog steeds haar leven en duiken ze op in elke herinnering: flashbacks die door een foto. een woord, een geur kunnen worden opgeroepen en niet altijd even welkom zijn.
   Voor Boris Stam, achterkleinzoon van Huibert Hama, lijken 'Het Tolhuis' en de fancy-fair die er georganiseerd gaat worden zeer geschikt voor de videofilm die hij wil maken over Mens en Maatschappij. Maar hij en zijn vrienden hebben zo hun eigen ideeën omtrent wachten en weergave van harde realiteit, waardoor het vrolijk bedoelde feest een grimmig einde vindt: in de dood. Een sterfgeval waarvan Jana Kardoen het hare denkt.



Recensies

De engelenbak is een verhaal van schaamte die met de mantel der liefde wordt bedekt, een realistisch verhaal over wat vroeger kinds werd genoemd, daarna seniel en dement en nu Alzheimer heet.

Joris Gerits in De Morgen

Mooie gedachten met veel mededogen beschreven.

Johan Diepstraten in De Stem

Deze roman geeft een beeld van de werkelijkheid, zoals die zich met een beetje fantasie zou kunnen voordoen. Overtuigend, en leest prettig.

André Matthijsse in De Haagse Courant